Annie Stuifzand werd op 4 augustus 1936 geboren aan de Brabantse Turfmarkt in Delft als dochter van Johannes Brouwer en Jacoba Pronk (Jo en Co). Zij had een broertje Niek die twee jaar was.
Johannes Brouwer werkte bij Cycle Import. In 1937 werd hij bedrijfsleider van de winkel van Cycle Import aan de Voorstraat (hoek met de Choorstraat) in Delft en verhuisde het hele gezin naar de woning boven de winkel. Het was een grote woning met meerdere verdiepingen en daar hebben in de tweede wereld oorlog allerlei mensen ingewoond.

Vlak na de bombardementen in de tweede wereld oorlog kwam er een Rotterdams gezin wonen als noodopvang.
In 1942 kwamen de grootouders van Annie (Opoe en en Opa) uit Scheveningen en oom Arie inwonen omdat de Duisters alle mensen die in de buurt van de kust woorden evacueerden (zie ook https://geschiedenisvanzuidholland.nl/verhalen/de-grote-volksverhuizing-verdreven-voor-de-atlantikwall). Het verhaal ging vanwege de V1 installaties daar.
Ome Arie bleef wel varen tijdens de oorlog (https://www.allesoverscheveningen.nl/verhalen/view-verhaal.php?id=8678) maar moest daarvoor varen via Katwijk.
Er werd ook wel kattenkwaad uitgehaald. De jongens haalden in de winter eens een groot blok ijs uit de gracht en zetten dat tegen de deur van de nonnen. Toen ze de deur open deden viel het blok naar binnen.
Tijdens de oorlog was Jo(hannes) goede maatjes met de politie. De agenten kwamen stiekem bij hem om radio te luisteren. Jo had achter de toonbank een installatie om lampjes te testen en daarachter zat een radio verstopt.
In het huis waren allerlei ruimte tussen de verdiepingen in waarin mensen konden onderduiken. Onder andere de buren die een snoepwinkel hadden hebben een tijd ondergedoken gezeten in het huis. Maar ook Jo heeft aan het eind van de oorlog een tijd ondergedoken gezeten. Hij werd na een fietstocht met Niek opgepakt door de Duitsers maar wist op het laatste moment te ontsnappen toen er commotie in de opgestelde rij ontstond toe er een koffer open viel. Hij schoot snel een zijstraat en was niet meer te vinden. Hij zat zonder dat Annie het wist verstopt in hun eigen huis. Annie mocht het ook niet weten. De Duitsers mochten eens komen.
Tijdens de hongerwinter gingen Jo en Co hele einden dagen fietsen om aan eten te komen. Zelfs tot Putten aan toe. Co heeft toen wel verhalen van de aanslag daar gehoord. Ze werden toen weggestuurd: "maak maar dat je weg komt" (zie ook https://nl.wikipedia.org/wiki/Razzia_van_Putten)).
Tijdens de hongerwinter zat Annie in vaak De Lier bij kenissen vanuit de zaak als Jo en Co op eten uitwaren.
Vlak na de oorlog werd er allemaal brood uitgedeeld bij het vliegveld Ypenburg.
Annie ging naar de lagere school aan de Oude Delft. Daar kon ze lopend naar toe. Een poortje door en dan was er ergens op een binnenplein het schooltje.
hoe Voorstraat Choorstraat anno nu
Annie: "Ik heb hier nog een tabakspot staan. Die wil ik nog een keer aan Niek geven. Die stond vroeger in de kamer. Niek pakte er tabak uit en ging stiekem in de dakgoot zitten roken. Als hij beneden kwam zijn moeder "kom eens hier jij, laat eens ruiken, je hebt gerookt". Pas later kwam hij er achter dat ze, door weerspiegeling in de ruit, hem precies konden zien zitten roken."

